Indochina: Vietnam, Laos en Cambodja. Er zijn weinig streken op aarde die zo vaak, zo langdurig en zo gruwelijk te lijden hebben gehad van feodale godkoningen, kolonialisme, revoluties, oorlogen, burgeroorlogen, embargo's en isolement. Tien jaar geleden nog maar was het bezoeken van die landen een moeizame bureaucratische hindernisloop. In Cambodja was het tot kort geleden zelfs nog gevaarlijk.
Inmiddels hebben zich in deze landen razendsnelle ontwikkelingen voorgedaan. Vietnam is een populaire toeristenbestemming geworden. Cambodja probeert zich te ontworstelen aan de treurige erfenis van een misdadige guerrillabeweging die verantwoordelijk is voor een onvoorstelbare genocide. Laos wordt gezien als een rustige oase in deze hectische wereld van werken en vooruitgang, anarchie en corruptie, socialistische theorie en kapitalistische praktijk.
Door die landen stroomt de Mekong. De op twee na langste rivier van Azië vindt zijn oorsprong in Tibet, stroomt door de Chinese provincie Yunnan, vormt de grens tussen Laos en Thailand, kronkelt zich door het zuiden van Laos, stort zich middels grote watervallen Cambodja in, voedt daar het grootste meer van Zuidoost-Azië en waaiert als een negenkoppige draak uit in het zuiden van Vietnam.
Herbert Paulzen heeft de Mekong-landen sinds 1988 verschillende keren bezocht. Zijn eerste reis was naar Vietnam, in gezelschap van een Amerikaanse Vietnam-veteraan die zijn eigen vrede zocht. Begin 1999 volgde hij de Mekong en twee van zijn zijrivieren, vanaf Yunnan tot in de delta. Hij bezocht de oude koningsstad Luang Pabang, het tempelcomplex van Angkor Wat, het anarchistische Phnom Penh en de Killing Fields. Op de oevers van de rivier, die kan glanzen als goud en vaak rood gekleurd is geweest van het bloed, ontmoet hij ex-soldaten, ex-gevangenen, en vooral mensen die het verleden willen vergeten.