Geen land op aarde heeft zich zo snel ontwikkeld als de Volksrepubliek China. Na de dood van Mao Zedong hebben zijn opvolgers de klassenstrijd vervangen door business. Ik gigantische boom cities leeft de klasse die weet te profiteren van de nieuwe kapitalistische mogelijkheden. Achter de grootsteedse façade van glitter en rijkdom heerst echter armoede. De kloof tussen de welvarende steden en het arme platteland wordt met de dag groter.
Was China drie decennia geleden nog bijna hermetisch gesloten, nu is China een gewilde handelspartner van het westen, éen een populair reisland. Er zijn weinig belemmeringen, bijna alle gebieden zijn bereikbaar en buitenlanders zijn overal welkom. Hoe gastvrij de Chinezen zijn, laat Peking in 2008 zien als het de wereld ontvangt voor de Olympische Spelen.
Reisboekenauteur Herbert Paulzen heeft China sinds 1982 twintig keer bezocht. Dit boek is een persoonlijke weerslag van zijn recente reizen door het hedendaagse China. Aan bod komen onder meer de Gele Rivier, de Yangtze, de Zijderoute en Tibet.
Eerder verzorgde Paulzen uitgaven over de Chinese provincie Yunnan en over de Mekong-rivier. De Volkskrant beschouwt de ‘innemende en oprechte belangstelling voor de wijze waarop individuen in andere culturen hun leven inrichten’ als de grote kracht van Paulzens reisboeken. Volgens het maandblad AZIË is hij ‘een van de weinige echte schrijvers van reisverhalen, die in zijn observaties altijd de mens centraal stelt’.