China
Reis door een kolkende tijd

Met spijt in mijn hart vertrek ik – op dezelfde manier als ik gekomen ben, per trein. Met gemengde gevoelens. Ik houd van die stad, dat heeft misschien met sentimentaliteit te maken, met nostalgie, met naïviteit misschien. Het zij zo. Maar ik zie de tragiek van de stad en van haar bewoners. Ik geloof dat ik – voor de derde (en waarschijnlijk niet de laatste) keer – heb gekeken naar een stad met een verdwijnende cultuur. Lhasa nu is een Chinese stad met een oude Tibetaanse kern. Lhasa is een nieuwe toeristische attractie geworden voor het alsmaar groeiende leger van Chinese middenklassers. Voor hen zijn de Tibetanen, vooral de zich languit op de grond werpende pelgrims, spannend en exotisch, en vooral primitief en fotogeniek. Respect voor en kennis van de Tibetaanse cultuur is vrijwel volledig afwezig. Exotica in eigen land, Tibet is immers Chinees, altijd geweest, en voor altijd. Zo hoef je het land niet uit om exotische foto’s te maken. En nu met de nieuwe trein zo makkelijk bereikbaar geworden. Dus zullen ze nu in nog veel groter getale komen.

En de Chinezen die in Lhasa leven? Ze zijn al numeriek in de meerderheid. Weliswaar dragen alle officiële gebouwen, en ook warenhuizen en winkels, behalve Chinese karakters ook de Tibetaanse, er kan geen twijfel over bestaan dat de Chinezen domineren. Praktisch alle winkels, boutieken en warenhuizen zijn Chinees. En niet alleen in de Chinese wijken. In die wijken zijn Tibetanen vreemde wezens in een vreemde wereld. Maar zelfs op de Barkor en op het Barkor-plein zijn veel winkeltjes en stalletjes bezet door Chinezen, door Han en Hui. De meeste taxichauffeurs zijn Chinezen. De politieke administratie is in Chinese handen – als is Tibet in naam `autonoom’ en hebben Tibetanen hoge functies, maar ze moeten dansen naar Chinese pijpen.

Het is natuurlijk geen wonder dat de Tibetanen een (meestal onuitgesproken) hekel hebben aan de Chinezen, die ze (nog steeds) als bezetters beschouwen. Terwijl ze tegelijkertijd weten dat onafhankelijkheid of échte autonomie een utopie is. Tibetanen zijn machteloos, en beseffen dat meer dan ooit. Ze hebben zich te voegen, en doen ze dat niet worden ze monddood gemaakt. Vooruitkomen, dat geldt voor alle jonge Tibetanen, betekent `Chinees’ worden. Met de Chinezen samenwerken, in de wetenschap dat ze altijd tweederangs burgers blijven, alle propagandistische nonsens van `broederschap’ en `eeuwige vriendschap’ en `verbondenheid met het moederland’ ten spijt. Dáárdoor dreigt de Tibetaanse cultuur ten onder te gaan. Alleen de nomaden en geïsoleerde leefgemeenschappen vertegenwoordigen straks nog de traditionele, door de Chinezen als primitief, achterlijk, middeleeuws, barbaars en exotisch tegelijk beschouwde Tibetaanse cultuur. Maar die groepen worden als levende museumstukken gezien, en Tibet als geheel, met zijn kloosters, tempels en architectuur, als één grote toeristische attractie. En als die levende museumstukken zich roeren, krijgen ze op hun kop. En zijn ze vrij om gelovig te zijn? Ja, doe maar, dat is lekker exotisch, we houden jullie wel in de gaten, met spionnen in de kloosters en tempels, met camera’s, met politie. Oefen je bizarre rituelen maar uit, maar krijg geen pretenties.

Hoe staan de kansen voor een overeenkomst met de Dalai Lama? Slecht. Er is sporadisch contact geweest tussen de Chinese overheid en vertegenwoordigers van de Tibetaanse regering in Ballingschap, maar rechtstreeks onderhandelen met de man die nu al decennia lang is afgeschilderd als `separatist’, reactionaire vijand van het moederland en – weer zo’n merkwaardig voorbeeld uit het repertoire van het Chinglish partijidioom - `splittist’, lijkt uitgesloten. Dat zou gezichtsverlies zijn. De opgeheven vingers uit het westen, vooral uit de Verenigde staten (Richard Gere met zijn vrijblijvende `Free Tibet’ beweging), werken averechts. Alleen `zachte diplomatie’ achter de schermen haalt – misschien – iets uit. Maar wat als de Dalai Lama overlijdt? De Chinezen zullen nooit een door de Dharamsala-monniken uitgezochte reincarnatie accepteren. Komt dan hetzelfde spelletje als met de Panchen Lama? Krijgen de Tibetanen dan twee Dalai Lama’s? Een door de Chinezen gevonden en een door Dharamsala gevonden religieuze hoofd?