In de Chinese provincie Yunnan leven zesentwintig minderheden van niet-Chinese volkeren, waaronder de Naxi en de Bai.
Iedere minderheid spreekt haar eigen taal en kleedt zich volgens oude tradities.
Het landschap van Yunnan is net zo gevarieerd als de mensen die er leven. In het noorden heersen de ijzige winden, terwijl het zuiden tropisch is. Drie grote rivieren - de Salween, de Mekong en de Yangtse - hebben diepe kloven en ravijnen in dit rijk geschakeerde landschap uitgesleten en bevruchten de brede dalen.
Herbert Paulzen bezocht Yunnan voor het eerst in 1989. Hij maakte er vrienden onder de Naxibevolking en werd er verliefd op een jonge Bai-vrouw.
In 1994 keerde Paulzen terug naar dit gebied om op zoek te gaan naar de Bai-vrouw en oude vriendschappen te hernieuwen. Hij ontdekte dat het zuiden van China enorme veranderingen ondergaat.